Ik ken Olivier Messiaen eigenlijk vooral van zijn opera Saint François d’Assise. Wat ik aan dat werk bijzonder waardeer, is dat Franciscus daarin niet neerzet wordt als de dwaze, goedmoedige flierefluiter die de folklore soms van hem dreigt te maken; Messiaen maakt voelbaar dat er onder die excentriciteit iets verontrustends schuilgaat, iets radicaals, iets heiligs… En eenzelfde verontrustende ondertoon hoor ik in dit stuk, de ‘orkestmeditatie’ L’Ascension uit 1932/’33. Ook de Hemelvaart van Christus is zo’n verhaal dat zo ingebakken zit in ons collectieve geheugen, dat we makkelijk vergeten hoe verbijsterend het is. Messiaen maakt iets van de verbijstering voelbaar in de bevreemdende melodieën die door de triomf van de trompetten heen breken.
↧
L’Ascension
↧